Nie Klahuh Stemmuh

NIE KLAGÛH STEMMÛH

Auteur: Harry Zevenbergen

Naar aanleiding van de gemeentecampagne ‘Nie klagûh. Stemmûh!’ heb ik even een klein onderzoekje gedaan op Facebook. Negen mensen deden mee. De vragen:

  • Wie vindt er dat je niet mag klagen als je niet gestemd hebt?
  • Wie vindt er dat je niet meer mag klagen als je wel gestemd hebt?
  • Wie vindt er dat je altijd mag klagen als daar aanleiding toe is?
  • Wie vindt er dat je altijd mag klagen ook als daar geen aanleiding toe is?
  • Wie vindt er dat politici niet mogen klagen over burgers die klagen?
  • Wie vindt er dat burgers niet mogen klagen over politici die klagen over burgers die klagen?

Niemand nam de moeite alle vragen te beantwoorden. De meerderheid vindt dat iedereen mag klagen ook wanneer je niet stemt. Eén persoon vindt dat je om te klagen wel eerst moet stemmen.

NIE KLAGÛH. STEMMÛH!

Het is de slogan waarmee men kiezers wil motiveren te gaan stemmen. Het is een onzinnige slogan. Iedereen mag klagen over het beleid van de gemeente. Het is niet zo dat je bij het verlaten van het stemhokje een klaagvergunning krijgt en dat klagen dus exclusief voorbehouden is aan mensen die zo ###### zijn te gaan stemmen.

Verder is het taalgebruik nogal zielig, alsof iemand daar in trapt. Niemand denkt bij zo´n leus, hé er zitten echte Hagenezen in het College. Iedereen weet dat in Den Haag mensen, die normaal perfect ABN spreken, iets van je moeten wanneer ze Haags proberen te praten. Zoals de overheid iets van jongeren wil wanneer ze straattaal gebruiken in een campagne. Het werkt niet, gelukkig niet, maar wanneer dringt dat door tot het Stadhuis?

Niemand denkt bij zo´n leus, hé er zitten echte Hagenezen in het College.

Nie klagûh Stemmûh het is de leus waarmee de gemeente burgers naar de stembus wil lokken. Dat zal niet lukken, maar laat ik het eens een keer anders doen. Laat ik eens uitgaan van de goede bedoelingen van het stadsbestuur. Laat ik er eens van uit gaan dat men het goed voor heeft met de burgers en dat men niet alleen bezig is met een Internationaal imago waarmee nog meer toeristen, nog meer internationale instellingen en expats gelokt moeten worden.

Laten we nu eens even nie klagûh, maar aannemen dat onze stadsbestuurders oprecht denken dat we het Stille Strand willen opofferen. Dat mensen eigenlijk diep van binnen een steriele Grote Marktstraat willen waar geen stroopwafels, bloemen en ijsjes te koop worden aangeboden op straat. Dat de stadsbestuurders deze niet expres weg willen halen, omdat wij er zo van houden. Laten we eens aannemen dat ze het beste met ons voor hebben, dat ze onze mening zeer waarderen en dat het gewoon een kwestie van onhandig plannen is dat we altijd pas mogen inspreken als alles bijna in kannen en kruiken is.

Wanneer mensen zelf direct betrokken zijn bij het runnen van de stad, dan zijn ze vanzelf meer tevreden over hun leefsituatie.

Laten we het de komende jaren eens anders gaan doen. Wij – de burgers – gaan ervan uit dat de stadsbestuurders, met de beste bedoelingen, proberen wat te maken van onze stad. Van de stadsbestuurders kunnen we dan vragen de burgers serieus te nemen. Het is echt niet zo dat wij te stom zijn om mee te denken en te beslissen. Met dat uitgangspunt in het achterhoofd, kunnen we het eens een keer omdraaien. De plannen worden niet gemaakt in het stadhuis, maar door de bewoners van een straat, een buurt, de stad. De bewoners maken plannen voor leegstaande gebouwen, winkels en stadslandbouw. Deze plannen voeren ze zelf uit. De verantwoordelijkheid leggen we in eerste instantie bij de burgers. Het stadsbestuur ondersteunt waar nodig. Ik durf er al mijn geld om te verwedden dat het, met minder strijkstokken onderweg, ook veel minder kost. De participatiesamenleving heeft een slechte naam gekregen, maar in wezen is participatie het beste medicijn voor alles. Wanneer mensen zelf direct betrokken zijn bij het runnen van de stad, dan zijn ze vanzelf meer tevreden over hun leefsituatie. Natuurlijk zijn er altijd mensen die klagen en dat mag. Sterker nog, dat moet. We moeten altijd luisteren naar de klagers. Laten we eens proberen elkaar te vertrouwen en er samen wat van te maken. Eigenlijk zijn de verkiezingen dan overbodig.

Harry Zevenbergen schreef deze column naar aanleiding van het verkiezingsdebat ADHD XVI: We rule the city

Leave a Comment

*