interieur kerk fluwelen burgwal den haag

Een Lust voor het Oog. Laakkerk en Heilige Antonius van Padua

Kerkzaal Heilige Antonius van Padua

Tekst: Botine Koopmans
Foto’s: Dick Valentijn.

In het boek ‘Een Lust voor het Oog’ wordt de geschiedenis van 25 kerken in Den Haag beschreven. De nadruk ligt op het bijzondere kerkinterieur. De buitenkant is meestal wel bekend, de binnenkant is daarentegen vaak een aangename verrassing, blijkt uit het in april verschenen boek.

De geschiedenis is lang: de 25 kerken beslaan een periode van vele eeuwen, die begint bij de oudst bewaarde kerk uit omstreeks 1240 en doorloopt tot de jongste uit 1983-1984. In dit artikel worden twee wat minder bekende kerken uit het boek belicht. Zij stammen uit de jongste periode: de Laakkerk en de Heilige Antonius van Padua.

Laakkerk

De geschiedenis van de huidige Laakkerk uit 1965-1967 aan de Isingstraat begint zeer turbulent. Op 22 februari 1964, een zonnige en kille zaterdag, stak namelijk een boze en verbitterde katholieke jongeman van negentien jaar de gereformeerde Laakkerk aan de Isingstraat in brand. Hij kwam tot deze drastische actie omdat de gereformeerde vader van het meisje met wie hij verkering had, zijn dochter had verboden nog langer met hem om te gaan. Hij goot twee flessen benzine leeg onder de preekstoel en stak die aan. In een oogwenk stond het gehele interieur in lichterlaaie. Er bleef weinig over, alleen de toren hield stand. De verwoeste kerk dateerde uit 1933 en was een ontwerp van architect B.W. Plooij.

De Laakkerk wordt gedekt door een groot schuin aflopend dak, net als de nieuwe spits van de toren.

Oude toren opgenomen in nieuw ontwerp

Na de brand besloot de kerkenraad snel tot de bouw van een nieuwe kerk over te gaan. Architect F.G. van Hoeken kreeg de opdracht en al in oktober 1965 werd met de herbouw begonnen. De kerk die hij ontwierp valt op door een messcherpe contour en steile, aan één kant schuin aflopende dakvlakken. De gespaarde toren nam hij op in de kerk die nu half in, half uit het gebouw steekt en zich in de kerkzaal duidelijk aftekent. De toren kreeg wel een nieuwe spits, die in lijn met de dakvlakken van de kerk, schuin werd afgevlakt.

In de kerkzaal steelt het plafond van vurenhouten latjes onmiskenbaar de show. Het verheft zich vanachter de preekstoel als een sierlijke golf die uiteen lijkt te spatten tegen de strook ramen boven in de kerk. De zaal bevat twee galerijen met banken, als welkome aanvulling op de rijen banken voor het liturgisch centrum met de preekstoel. Het orgel, gebouwd door de firma Verschueren, staat op de derde galerij. Het front heeft een zeer geavanceerde vormgeving en is ontworpen door de architect die met de schuine hoeken duidelijk aan de kerk zelf refereert.

Op 11 april 1967 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen. In de entree herinnert een geestig herdenkingssteentje aan de lotgevallen van de Laakkerk met de bouw in 1933, de brand in 1964 en de herbouw in 1966.

laakkerk interieur met karakteristiek plafond
De kerkzaal van de Laakkerk met het golvende plafond van vurenhouten latjes.

De Heilige Antonius van Padua

Deze kerk uit 1983-1984 is een kenmerkend voorbeeld van Post 65 architectuur. De voorganger, de Kerk van de H.H. Antonius en Lodewijk, ook wel de Boskantkerk genoemd, stond aan de Prinsessegracht en werd tijdens het bombardement op 3 maart 1945 onherstelbaar vernield.

Het was een zeer rijk uitgeruste kerk. Vele zilveren kerkschatten, beelden, een verguld, zilveren en zwart altaar, rood fluwelen knielstoeltjes en zelfs een hoge vaas van Sèvres-porselein sierden het interieur. Heel veel ging verloren tijdens de brand die in de kerk tijdens het bombardement uitbrak. Maar gelukkig bleef ook veel zilverwerk behouden. Eén van de bijzondere stukken die de brand overleefde was een prachtig marmeren beeld van Maria met Christuskind uit 1898, van beeldhouwer F.W. Mengelberg.

De Heilige Antonius van Padua met bijgebouw

Bloemen in de ruïne en noodkerk

De resten van de kerk waren de eerste maanden nog gewoon toegankelijk. Daar bracht men bij het Mariabeeld bloemen en verzonk in gebed. ‘Telkens, als ik langs de ruïne van de ‘Boschkant’ loop, moet ik, ik kan niet anders, even naar binnen kijken. En ondanks alles, lach ik dan even tegen het beeld van de Moedermaagd, dat daar altijd nog tussen de bloemen staat’, zei een gelovige. De ruïne bleef nog ruim tien jaar staan, tot in 1955 de Nederlandse Staat het gebouw kocht en in 1956 sloopte.

Voor de gelovigen werd tussen de Korte Houtstraat en de Fluwelen Burgwal haastig een noodkerk opgetrokken met stenen die uit de puinhopen waren verzameld, niet lukraak gebouwd maar naar ontwerp van F.A.W. van der Togt, een bekend architect in de katholieke wereld. Vanwege de oprichting van een nieuwe parochie in de uitbreidingswijk Morgenstond, werd de status van de noodkerk gewijzigd in een zelfstandig rectoraat en hij heette voortaan Heilige Antonius van Padua. Het kerkje was voor vier jaar bedoeld, maar zou uiteindelijk pas in 1983 worden afgebroken.

interieur kerk fluwelen burgwal den haag
Kerkzaal Heilige Antonius van Padua

Opvallende vorm met tentdak

De nieuwe kerk op de hoek van de Fluwelen Burgwal en de Korte Koediefstraat werd ontworpen door architect Antoon van Kranendonk, verbonden aan architectenbureau Thunnissen, Van Kranendonk en Bečka. Het bureau werkte decennialang hoofdzakelijk voor katholieke opdrachtgevers in heel Nederland. De kerk heeft een opvallende vorm door het spel van de rijzende en dalende muren, waartussen het lage tentdak is opgesloten. In top een kruis met vier armen op een bol.

De dakrand van de kerk wordt gemarkeerd door witte betonnen blokken met daaronder lisenen die de bakstenen muren in smalle stroken verdelen. Hiertussen is een reeks hoge ramen geplaatst. Vooral door het gebruik van de witte betonnen accenten is de architectuur van de kerk geheel in de stijl van Post 65 architectuur.

Het hoogaltaar met het kostbare zilver uit de verwoeste Boskantkerk

Contrast

In het schuin op de hoek geplaatste bijgebouw bevindt zich de ingang met daarboven een pregnant gevormde en ver naar voren stekende luifel. De luifel beschermt niet alleen de bezoekers maar ook het bescheiden ronde mozaïek met de beeltenis van Antonius van Padua. Een klokkentoren heeft de kerk niet, maar aan de linkerkant hangt een klokje onder een betonnen kapje. In het interieur overheersen de bakstenen muren en vooral de prachtige houten kap. De spanten vouwen zich als drie enorme waaiers over de kerkzaal uit. In dit moderne jaren tachtig interieur flonkeren als contrast de zilveren kerkschatten uit de oude Boskantkerk: het hoogaltaar met het kruis en de kandelaars, de engelen met kaarsenhouders aan weerszijden en het wierookvat erboven. Links staat het oude marmeren Mariabeeld uit 1898. Voor de beschermheilige Antonius van Padua is aan de rechterkant van de entree een aparte ruimte als kapel ingericht.

Publicatie ‘Een Lust voor het Oog’ 25 Haagse kerken door Uitgeverij Verloren www.verloren.nl

VOM-reeks 2021, nummer 1, gemeente Den Haag

Leave a Comment

*