Tekst: Leo Oorschot.
In januari 2016 heide wethouder Joris Wijsmuller de eerste paal van het sociaal ecologische bewonersinitiatief de Groene Mient, de meest duurzame en groene woningen van Den Haag. Aan een tien jaar durende worsteling met instituties kwam een einde. De bouw van het groene paradijsje was eindelijk begonnen. Gita van Duinen initiator van de Wooncoöperatie De Waterspin en Groene Mient beschrijft de lange weg die de idealisten moesten gaan om hun droom te realiseren. Verandering van het speelveld leidde ertoe dat bewoners noodgedwongen projectontwikkelaar werden van het eigen ideaal. De Architektenkombinatie in samenwerking met Fillié Verhoeven gaven deze droom vorm.
De geschiedenis van Groene Mient begon in het Haagse Spijkermakerskwartier bij het Pandercomplex en rond de ecologische tuin van De Waterspin. Stadbewoners kozen daar bewust voor een andere levenswijze. Het Spijkermakerskwartier werd met zijn intieme stadstuinen en oude bebouwing een gewilde plek om te wonen voor mensen die iets anders wilden dan de Vinex wijken. Bij het Pandercomplex en De Waterspin huurt een stichting de woningen van Vestia. De stichting organiseert de wooncoöperatie als vereniging met statuten. Stichting Pander voor het Pandercomplex en Stichting Formidabel in 1998 voor de ecologische tuin van De Waterspin.
In 2002 trof een groep gelijkgestemden elkaar bij de biowinkel en de tuin, aldus Gita Van Duinen. Men wilde een nieuwe coöperatie elders stichten. De woningen bij De Waterspin waren te klein. De plannen werden voorgelegd aan de wethouder. Een ambtenaar werd als gids en contactpersoon aangesteld. Samen werden tal van locaties bekeken en in 2006 vond men een plek op een terrein waar twee scholen stonden. Eén school werd gesloopt en De Vlierboomschool werd betrokken bij de plannen. Stichting Formidabel sprak met de drie Haagse woningcorporaties over een samenwerkingsverband. Die stonden daar positief tegenover. Men koos Vestia omdat deze in het Spijkermakerskwartier een belangrijke rol had gespeeld.
Tussen 2006 en 2012 werden er tal van plannen gemaakt. In 2009 vroeg Formidabel aan Stichting BOOG (tegenwoordig Zebra) hulp en subsidie om ondersteuning te kunnen vergoeden. Na ene studie van zes maanden concludeerde BOOG dat de bewoners te hoog waren opgeleid en dat er daarom geen grond was voor subsidie. Na een brief aan indertijd minister Kramer kreeg de stichting subsidie van de Provincie voor een procesbegeleider en om een business case op te stellen. Katja van der Valk, die meer groepen begeleidde, werd aangetrokken. Ook werden de architecten gevraagd mee te denken en te schetsen. Maar in 2012 moest Vestia door de ontstane problemen stoppen met het experiment. Het ideaal om ook sociale huur woningen te bouwen moest worden opgegeven.
Idealisten worden projectontwikkelaar
Januari 2013 was er een doorstart van de Groene Mient. Veel bewoners waren afgehaakt, maar zes huishoudens zetten door en daarvan bleven er drie over. Noodgedwongen werden het koopwoningen en de financiering moest door de bewoners zelf worden opgebracht. Een advertentie in een lokale krant en op de site van Duurzaam Den Haag leidde tot een paar honderd huishoudens die mee wilden doen. Maar het plan voor de Groene Mient bood ruimte aan slechts 33 huishoudens en een gemeenschapshuis. Degenen die zich het eerste hadden ingeschreven kregen de eerste keus. De Stichting Formidabel werd nu omgevormd naar de Vereniging Groene Mient.
Inmiddels had de gemeente Den Haag de kavelwinkel opgericht waar Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) en Kleinschalig Opdrachtgeverschap (KO) terecht konden voor grond. Er werden kavelpaspoorten uitgegeven waarmee de gemeente haar grond verkocht aan zelfbouwers. De gemeente dwong de Stichting Formidabel om af te zien van CPO, en gebruik te maken van KO. De gemeente durfde niet te onderhandelen met een groep bewoners, maar wilde wel aan de afzonderlijke bewoners bouwkavels verkopen.
Bij KO wordt er ‘woonrijp’ bouwgrond aangeboden en was er ook de verplichting dat er na drie jaar moest worden gebouwd. Ook was er een vastgesteld bestemmingsplan met opgelegde verkaveling en straatinrichting. Bewoners wilden de grond echter niet ‘woonrijp’ afnemen, dat was te duur en paste niet binnen de groene ambities. Men wilde ‘bouwrijp’ grond afnemen vanwege de tuinen die ze wilden aanleggen en de bijzondere verkaveling. Na onderhandelingen vond men een tussenweg. De gemeente verkocht tenslotte de grond voor de marktprijs aan de Vereniging Groene Mient en die verkocht de grond direct weer door aan de 33 huishoudens.
Voor de gemeente Den Haag is een wooncoöperatie een marktpartij
Terwijl de gemeente Amsterdam wooncoöperaties stimuleert door goedkope bouwgrond beschikbaar te stellen (Cobouw 01-02-2016: 4-5). Amsterdam maakt ruimte in bestemmingsplannen en onderzoekt de mogelijkheden om lege kantoren ter beschikking te stellen voor huurders die een wooncoöperatie willen beginnen met sociale huurwoningen. In Den Haag liep het heel anders.
Tijdens de langdurige onderhandelingen en wijziging van het bestemmingsplan veranderde de grondprijs in zes maanden (eerste helft van 2013) van 1,8 naar 2,8 miljoen euro voor 7.100 à 7.400 m2. Er werd een contract opgesteld tussen de vereniging en de huishoudens waarbij deze € 20.000 tot € 30.000 inlegden voor de ontwikkelingskosten en 10% aanbetaling deden voor de grond. De procesbegeleider Katja van der Valk en de Architektenkombinatie en Fillié Verhoeven werkten de plannen verder uit.
Er werd een aannemer geselecteerd. Spranger Bouwbedrijf schreef als laagste in en werd het werk gegund. Echter al snel bleek dat de bewoners teveel keuzes open wilden houden en te weinig focus hadden bij de ontwikkeling van het project. Er werden bijvoorbeeld drie energieconcepten aan elk huishouden aangeboden. Dat was vooral ingegeven omdat maatregelen zoals geothermie €20.000,- per woning extra zou kosten. Ook allerlei maatregelen zoals zonnecollectoren en PV-cellen zijn erg kostbaar. Deze te ruime keuze voor bewoners bleek voor de energieadviseur erg lastig om in de praktijk te regelen. Wellicht zou een bouwteam beter zijn geweest. Kennis van de aannemer had dan productief ingezet kunnen worden.
Geen plek voor iemand met een kleine beurs in het groene paradijs
Hindernissen bij de oprichting van andere wooncoöperaties, zoals aan de Roggeveenstraat, zijn vergelijkbaar. Er is veel kennis nodig om een goed onderbouwd business plan te maken. Deze kennis zit bij corporaties, projectontwikkelaars en architecten. Ook bij dit project weigerden grote banken consequent alle medewerking aan de stichting of coöperatieve vereniging. Iedere bewoner moest individueel de financiering voor het eigen huis regelen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de 33 huishoudens ergens in 2017 het meest duurzame en ecologische woonensemble van Den Haag betrekken. Een prachtig groen en duurzaam voorbeeldproject. Een woonparadijs waar idealisten door institutionele belangen tot projectontwikkelaar werden gekneed. De eerste paal werd geheid door kraker-wethouder Wijsmuller, in het nieuwe project komt ook fractievoorzitter en raadslid Bart van Kent van de SP te wonen. Maar helaas, verzucht Gita van Duinen, is het groene paradijs niet weggelegd voor mensen met een kleine beurs en schitterden de Haagse corporaties door afwezigheid. Voor economisch zwakkere idealisten bleek helaas geen plaats in het groene paradijs. Misschien zou de gemeente eens een voorbeeld moeten nemen aan het idealisme van haar burgers en aan de stad Amsterdam, en wooninitiatieven moeten belonen met een lagere grondprijs.
Tijdens de langdurige onderhandelingen en wijziging van het bestemmingsplan veranderde de grondprijs in zes maanden (eerste helft van 2013) van 1,8 naar 2,8 miljoen euro voor 7.100 à 7.400 m2.