Netherlands, Den Haag. Binnenhof en Hofvijver

Den Haag: uitvergrote versie van Keeping Up Appearances?

Foto's: Den Haag volgens Citymarketing

Artikel van Klaartje Jaspers naar aanleiding van ADHD XXII – Oh Oh Den Haag.
Beeld: Den Haag Citymarketing.

Wat is het verhaal van Den Haag? De gevestigde representanten schijnen het niet te weten. Tijdens het Actueel Den Haag Debat, gingen politiek geograaf Kees Terlouw, schrijver Marc Fabels, stedenbouwkundige Boris Hocks van Posad Spatial Strategies en kunstenaar Onno Dirker op zoek naar een antwoord. Misschien zou de stad zichzelf beter leren kennen als het haar pretenties een beetje liet varen en luisterde naar de verhalen van de ruim 500.000 inwoners van de stad.

Wij kunnen niet omgaan met de blinde willekeur van het lot, met toeval, chaos’, zegt columnist Marc Fabels. ‘We hebben verhalen nodig.’ Maar wat moet je als citymarketing zich uitdrukt in fraaie ansichtkaarten, terwijl de bewoners dagelijks de geur van het afval opsnuiven, hun fietsen door overvolle portieken proberen te loodsen of bang zijn bij het benaderen van elke onoverzichtelijke straathoek? ‘De stad op straatniveau – nog los van de activiteiten die zich in opvallend dure Mercedessen aan ons zicht onttrekken -‘, concludeert Fabels, ‘is een ander verhaal dan de stad van vrede en recht, de stad aan zee of de residentie.’

Netherlands, Den Haag, Scheveningen, Zwarte Pad. Beachclub Indigo

Zoals veel grote steden, telt Den Haag een veelheid aan verhalen die er samenkomen. Maar kenmerkt een stad als Rotterdam zich desondanks met een hip, herkenbaar ‘schouders-eronder’ imago van hardwerkende, stoere, no-nonsense havenarbeiders, discussianten uit de hofstad schijnen niet aan te kunnen geven wat hun stad nou karakteriseert. Heeft Den Haag echt geen herkenbaar imago, of wil men gewoon niet weten wat dat is; misschien juist dàt, de stad van pretenties, een uitvergrote versie van Keeping Up Appearances?

Van huis uit wordt de stad gekarakteriseerd door het onderscheid tussen zand en veen, tussen Hagenaren en Hagenezen. Achter in de zaal zit Mevrouw Annelies. Ze noemt zichzelf een Hagenees, maar het verschil wordt overschat, suggereert ze als gespreksleider Jan Paternotte het haar vraagt: ’een Hagenaar is een Hagenees met een hoge hoed op.’

Het is maar de vraag of die vermeende gespletenheid sowieso een probleem is, denkt Kees Terlouw, politiek cultureel geograaf aan de Universiteit Utrecht. Hij herinnert zich de tijd dat hij naar het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee kwam. Hij trof daar spandoeken aan die oproepen om een kanaal te graven tussen de gemeentes Goeree en Overflakkee. Een paar jaar later was de gemeentelijke samenvoeging een feit, vooral doordat lokale ondernemers hun belangen achter de eenwording hadden gepromoot.

Voor Gemeente Den Haag. Vredespaleis.(Den Haag 24-06-2015) Foto:Frank Jansen

‘Je hoeft de verschillen niet uit te vergroten. Zoek naar gemeenschappelijke elementen en bouw daarmee een toekomstgericht verhaal’, adviseert Terlouw. Net als Fabels, denkt de geograaf dat een goed verhaal nooit af is, maar voortdurend wordt aangevuld en aangepast. Om verschillen te overbruggen, denken ze, kan je het beste naar de toekomst kijken.

Dat heeft stedenbouwkundige Boris Hocks gedaan. In een presentatie over zijn gedroomde versie van Den Haag 2040, toont hij hoe je van het hele gebied van Centraal Station, binnenstad en strand een aantrekkelijke autovrije zone kan maken, hoe kleinschalige ambacht weer in het centrum terecht kan komen, hoe ouderen rust en recreatie kunnen krijgen en hoe de maximale afstand tussen voorzieningen en groen tot een paar minuten beperkt kan worden. (Klinkt allemaal heel maakbaar, geeft hij toe, maar dat denkt zo lekker.)

Als Terlouw hoort hoe Den Haag haar ambities omschrijft, maakt hij zich echter toch zorgen over haar toekomst als onderdeel van de beoogde metropoolregio met Rotterdam. Geen woord wordt gerept over het Westland, over de omringende steden of over de herkomstgebieden van al die toeristen die ze wil lokken. Het klinkt eerder alsof Den Haag zich koestert in haar eigen stolpje, constateert de Utrechter, en zich alle geneugten van omliggende steden eenzijdig toe-eigent (Rotterdam-The Hague Airport, The Hague Campus – Leiden University). Het riekt naar het gedrag van het soort ‘dikke’, gesloten identiteiten die nu niet echt bekend staan om neiging tot samenwerking en innovatie, weet hij uit eerder onderzoek.

Internationale stad van vrede en recht?

Het contrast tussen het idee dat Den Haag over zichzelf heeft en het idee dat buitenstaanders erbij hebben, wordt pijnlijk duidelijk door een ervaring die een vriend van kunstenaar Onno Dirker had bij een bezoek aan Servië. Dagenlang liep hij daar rond in een T-shirt met een logo van de Haagse citymarketeers. Mensen waren vriendelijk en correct tegen hem, maar vroegen hem na een paar dagen van groeiende vertrouwelijkheid toch waarom hij steeds rondliep als uithangbord van een entiteit die bommen op hun land gooide en die een gerechtshof installeerde om hùn historische figuren te berechten. Wat voor ons vrede en recht symboliseert, suggereert Dirker, kan elders gezien worden als een symbool voor gevaarlijke bemoeizucht en paternalistische arrogantie.

Netherlands, Den Haag. Scheveningen strand & boulevard

Als beeldend kunstenaar houdt Dirker zich vooral bezig met de inrichting van de openbare ruimte. Waar anderen vaak kijken naar zichtbare scheidslijnen, probeert hij de onzichtbare indelingen te analyseren. Kinderen kunnen dat soort sociale scheidslijnen vaak haarscherp aangeven, weet hij uit ervaring, maar je kan ook veel leren van vermeend buitenstaanders zoals Dyab Abou Jahjah. Jahjah mag dan doorgaans weggezet worden als oprichter van de omstreden Arabisch-Europese Liga of als gevaarlijke radicaliseringspromotor, Dirker raadt iedereen aan zijn boek te lezen.

Jahjah vergelijkt drie scenario’s voor Antwerpen, vertelt Dirker, de stad die zich ooit met de slogan ‘de stad is van iedereen’ promootte. Maar waar waren de Arabieren? Aan de rand, in Antwerpen Noord. Daar zouden de ontwerpers zich toch eens rekenschap van moeten geven, denkt Dirker. Wil je – zoals Jahjah bepleit – echt verbinding krijgen, dan moet Den Haag misschien juist geen ‘dikkere’ identiteit krijgen, maar juist een ‘dunnere’, met minder instituten en meer netwerk. Dan moet je kunstenaars geen omheind speelplaatsje geven, maar ze gewoon iets laten kraken. Laat de stad de stad zijn, geef bewoners ruimte om haar te maken wat ze is.

Victory Boogie Woogie

Leave a Comment

*