PORTRET: Jorick Beijer

Foto: Christian van der Kooy

Tekst: Judith Schotanus. Foto’s: Christian van der Kooy.

Den Haag heeft veel kleine architectenbureaus. Wie zijn deze architecten? Waar werken ze? Wat is hun visie? HAACS is nieuwsgierig en maakte een portret van Jorick Beijer.

Naam bureau? Een jaar geleden begon ik met Marije Blok het bureau Blossity. We werken op het snijvlak van gezondheid en stedenbouw. In onze ideale stad heeft iedereen een blos op het gezicht.

Verschillende disciplines? Ik studeerde stedenbouw aan de TU Delft. Marije deed Gezondheid en Maatschappij in Wageningen. Een opleiding met een sociaalwetenschappelijke focus op gezondheid. In de stedenbouw en architectuur is een sterk geloof aanwezig in de maakbaarheid van de samenleving. Maar veel ontwerpers zijn arrogant en onwetend. Ze denken te snappen hoe het werkt, maar er mist veel kennis. Ze hebben geen idee welke prikkels effect hebben, denken te generalistisch en stemmen interventies nauwelijks af op de doelgroep. Andersom is het voor gezondheidswetenschappers moeilijk hun wetenschappelijke kennis te vertalen naar ruimtelijke ingrepen. Wij vinden de koppeling van beide disciplines een uitdaging en willen de gangbare manier van denken open breken.

Maakbare samenleving? Mensen gedragen zich volgens vaste patronen. Wij geloven dat de stad mensen kan uitdagen deze patronen te doorbreken en zich anders te gedragen. Als stedenbouwkundige word je diep ongelukkig als je er niet van doordrongen bent dat de gebouwde omgeving mensen beïnvloedt. In onze projecten testen we steeds hoe dat werkt. Onze ambitie is om interventies en programma’s te ontwikkelen die echt mens gedreven en niet op teveel van bovenaf opgelegd zijn.

Jorick Beijer Christian van der Kooy 03b

Opdrachtgevers? Voor ABN AMRO Innovation Centre werken we aan een verkenning naar Active Ageing. We bestuderen hoe ouderen actief en sociaal ouder kunnen worden. Het is een bijzondere opdrachtgever want zij wil vooral de markt begrijpen. Ze denkt vanuit service en wil voorwaarden scheppen zonder  een fysiek product te leveren. Ik vind het heel verfrissend omdat het niet alleen over stedenbouw gaat en er een heel breed scala aan onderwerpen aan bod komt. We denken bijvoorbeeld na over nieuwe hypotheekvormen en slimme technologie in huis, maar ook over aangepaste schoenen.

Vergrijzing? Vanaf 2015 worden de budgetten voor wonen en zorg gescheiden. Dit roept veel vragen op. Zorgcomplexen komen leeg te staan als ouderen langer thuis wonen. Wat doe je daarmee en is er behoefte aan een tussentypologie, zoals het woonhotel, met service in plaats van zorg? Wanneer is een wijk levensloopbestendig? We brengen in kaart hoe ouderen zich door de wijk bewegen en wat de spreiding van zorg over de stad is.

Als stedenbouwkundige word je diep ongelukkig als je er niet van doordrongen bent dat de gebouwde omgeving mensen beïnvloedt.

Trend? Ik zie op sociaal niveau een terugkeer naar de kleine schaal van de buurt, die vaak historisch is verankerd. De wijkverpleegkundige komt terug en buren zorgen vaker voor elkaar. Organisaties zijn daar nog niet goed op ingericht, daar maak ik me zorgen over. Je kunt je bejaarde buurvrouw bijvoorbeeld niet helpen bij problemen met het energiebedrijf, alleen omdat je geen familie bent. Het neoliberale idee dat markt en burger taken van de overheid overnemen heeft meer infrastructuur en visie nodig.

Werkplek? Via de gemeente en de vestigingsadviseur Haaglanden Steenworp vond ik een tijdelijke werkplek in het oude ministerie van Economische Zaken aan de Bezuidenhoutseweg, ontworpen door Rijksbouwmeester Friedhoff. Het is een mooie plek net buiten het centrum. Ik deel de ruimte met een aantal oud-studiegenoten. We noemen onszelf de ‘stadsdenkers’. Het geeft me energie om samen op dezelfde plek te werken.

Jorick Beijer foto Christian van der Kooy

Creatieve industrie? Dit oude ministerie biedt na de in 2016 afgeronde renovatie onderdak aan de Nederlandse planbureaus. Het zou stoer zijn als daar ook ruimte wordt gereserveerd voor jonge onderzoeksbureaus uit de markt. Zo kun je hun input gebruiken, ideeën uitwisselen en innovatie stimuleren. Dan neem je hen echt serieus. De houding van de gemeente Den Haag ten opzichte van de creatieve industrie is echter veel passiever dan in andere steden.

Den Haag? Het is een interessante maar vreemde stad met een ongrijpbare, gesloten sfeer. Dat weerspiegelt zich ook in de architectuur: gesloten, veel hekken, paaltjes en politie. Waarschijnlijk komt dat door de aanwezigheid van de rijksoverheid en de ambassades. Ook de gemeente is veel formeler dan bijvoorbeeld in Rotterdam. Dat merk je bijvoorbeeld in de discussie over de aanpak van leegstand. Alles wordt besloten op het niveau van de wethouder, de Rijksbouwmeester en de directie van de aannemer. Terwijl veel betrokken bewoners en een nieuwe generatie ontwerpers met een frisse blik naar dit onderwerp kunnen kijken. Ik zou daar graag over meepraten.

de gemeente is veel formeler dan bijvoorbeeld in Rotterdam

Naschrift van de redactie (Marcel Teunissen): De maakbare samenleving Na incidentele historische fenomenen als de antroposofie van Rudolf Steiner kwam het onderzoek naar het gedrag van mensen in relatie tot de gebouwde omgeving pas echt op gang in de jaren zeventig van de 20e eeuw. Dit vond onder meer zijn neerslag in de architectuur van het structuralisme, waarin niet voor niets ‘een menselijke maat en schaal’ werd gepropageerd. Dit verwaterde in latere decennia met de opkomst van het supermodernisme en de door Rem Koolhaas geïntroduceerde Generic Architecture. Het leidde tot ‘neutrale’ gebouwen die uitwisselbaar werden tussen Rotterdam, Hong Kong of New York City. Imposant in de skyline, maar vaak kil op maaiveldniveau. De sociale betrokkenheid van de jaren ’70 en ’80 maakte plaats voor de zogenaamde loungecultuur, waarin mensen zich bewust van de wereld en vaak ook van elkaar gingen afzonderen.

Een nieuwe frisse blik op de interactie tussen de gebouwde omgeving en het gedrag van mensen is meer dan welkom in deze tijd. Steden zijn immers altijd leefbaar geweest dankzij de kleinschalige verwevenheid van functies en gebouwen en de interactie tussen mensen. In de snel veranderende stedelijke context van Den Haag kan dat een nieuwe impuls krijgen, zodat inderdaad iedereen op straat ‘een blos’ op het gezicht krijgt.

Lees ook: Second life voor 1 miljoen m2 Haagse kantoren

Leave a Comment

*