Kleine ontmoetingen maken de publieke ruimte een plek voor iedereen

Tekst: Merel Pit.

Architectuurcriticus Merel Pit bezocht de Dag van de Architectuur in Den Haag en verdiepte zich in het thema: “Door de ogen van..”

“Ik hoop dat de mensen om me heen, mij een beetje in de gaten houden. Dan kom ik veilig naar de overkant”, vertelt Marcel Boer. Lianne Blok en Adriaan Weerheim (studenten aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst) volgen Marcel op de route naar het centrum van Den Haag met hun camera. Marcel is op latere leeftijd blind geworden. In een video zien we hoe moeilijk hij de weg vindt in de drukke binnenstad. “Het zweet staat in mijn handen”, zegt hij wanneer hij op het Spui staat. De uiteindelijke video is een perfecte illustratie van het thema van de Dag van de Architectuur Den Haag 2019 ‘Door de ogen van… ‘.

Het achterliggende idee van dit thema is om mensen bewust te maken dat dezelfde ruimte door anderen anders wordt beleefd. Het gaat hierbij vooral om de publieke ruimte, oftewel de ruimte die voor iedereen toegankelijk is, die niet privé is. Waar de één de Grote Marktstraat gezellig druk vindt, is het voor de ander een ondoordringbare mensenmassa. Grote plantenbakken fleuren het straatbeeld op, maar zijn tevens obstakels voor wandelwagens en rolstoelen. De Schilderswijk is een rijke buurt vol met verschillende culturen, maar bekeken door andere ogen een ‘no-go area’. 

“Ik hoop dat de mensen om me heen, mij een beetje in de gaten houden. Dan kom ik veilig naar de overkant” – Marcel Boer

ANNASTATE

Tijdens de Dag van de Architectuur besloot ik zoveel mogelijk ‘door andere ogen’ te kijken. Ik ontdekte dat er overal aanwijzingen zijn dat dezelfde ruimte door iedereen anders wordt beleefd. Treffend experiment was in dit kader de tijdelijke kunstwerken die het kunstenaarscollectief ANNASTATE had verspreid door Moerwijk om hun thuisbasis beter te leren kennen. In plaats van hufterproof waren de verschillende kunstwerken fragiel, bijna broos. Hierdoor rees de vraag: is er plek voor kwetsbaarheid in de openbare ruimte? Een reactie kwam sneller dan gedacht. Nog geen uur nadat Heleen Boeken haar werken in de mooiste natuur van Moerwijk, het Zuiderpark, had geplaatst, had iemand al in de nog natte klei ‘nee’ gekerfd.

ANNASTATE plaatste voor de rondleiding zelf ook werken in de publieke ruimte. Foto en werk van Trijntje Noske.

“Hoezo ‘nee’?”

“Hoezo ‘nee’?” Een antwoord kwam ‘s middags van filosoof en auteur Pieter Hoexum tijdens de STADlezing, georganiseerd door Platform Stad. “De openbare ruimte is per definitie van anderen. Het is niet een plek waar iedereen helemaal zichzelf kan zijn en kan uiten,” zegt hij stellig. Kwetsbaarheid vraagt volgens hem om een veilig thuis, een plek waar je vertrouwd bent en je op je gemak voelt. De openbare ruimte is dit per definitie niet. De vergelijking met een huiskamer gaat volgens hem dan ook niet op. “Als iedereen zich in de publieke ruimte thuis moet kunnen voelen, dan is er weinig ruimte voor verschil. Pas als het niemands thuis is, is er plek voor iedereen,” aldus Pieter.

Schilderswijk

Zo bekeken zou het logisch zijn dat de Schilderswijk als de meest internationale wijk van Den Haag, een van de geliefdste Haagse wijken is. Misschien zelfs een toeristisch hoogtepunt. Hier zijn geen grote ketens, maar lokale winkeltjes, restaurantjes met eten uit alle windstreken en brede straten om te flaneren. Zo vertelt Mo Albualkibash, gevlucht uit Palestina, in een video speciaal voor de Dag van de Architectuur gemaakt door Sandra Schluchter: “Het is een hele mooie buurt. De inwoners komen uit verschillende landen en hebben verschillende achtergronden, een grote culturele rijkdom.” Geen enkele groep is dominant. Door die diversiteit heeft hij het gevoel dat er ook plek voor hem is. “Mensen zijn hier gelijk.”

Opvallend is dan ook dat veel Hagenaren uit delen van de stad de wijk zoveel mogelijk mijden, vooral ’s avonds. Zo kwam student Charlotte Meijerinck er nooit, terwijl ze jaren in de Hofstad woonde. Voor de Rotterdamse Academie van Bouwkust bekeek ook zij Den Haag ‘door andere ogen’ ( zie video). Ze doorkruiste de stad aan de hand van de route die Tram 11 aflegt tussen Den Haag HS en Scheveningen Strand. Ze zag hoe de ene buurt overgaat in de andere en stapte voor het eerst uit bij de Haagse markt: “Alle culturen zijn hier vertegenwoordigd. Je kunt er echt alles vinden. Als ik dit eerder had geweten dan had ik hier vaker boodschappen gedaan!”

De groep in het Ostadehofje. Foto: Alexandra Izeboud.

Om mensen als Charlotte kennis te laten maken met de wijk, organiseert Itai Chohn (initiatiefnemer en bewoner) Bewoners Tours, zoals ‘Schilderswijk by Night’. Tijdens de Dag van de Architectuur ging deze langs de mooiste plekjes van de wijk. Ik zag een krap keukentje waar de bewoonster haar kont niet kon keren in het werkelijk prachtige Van Ostadehofje, joelende kinderen en hun kletsende moeders in de speeltuin bij Het Paard en toeterende auto’s op de bruisende Hoefkade. Ook keek ik binnen bij een architectenechtpaar: “we woonden eerst in een hele mooie buurt in Rijswijk, maar daar zat iedereen op vrijdagmiddag aan de witte wijn. Zo saai. Hier is er veel meer te beleven. Daarnaast: iedereen in de buurt kijkt naar ons om”.

Wat de interventies van ANNASTATE en de rondleiding van Itai met elkaar gemeen hebben, is dat ze (kleine) ontmoetingen in scene zetten, waardoor je de ander leert kennen. Of het nu gaat om een anonieme gebruiker van het Zuiderpark of een Turkse restauranteigenaar. Deze ontmoetingen creëren wederzijds begrip, maar tegelijkertijd zijn juist ongedwongen ontmoetingen cruciaal voor een goed functionerende publieke ruimte, vertelde Pieter Hoexum. Voor de blinde Marcel Boer is bijvoorbeeld een kortstondig contact met een toevallige passant, die hem voor een botsing behoedt, essentieel om veilig het Spui over te steken.

Kleine ontmoetingen maken de publieke ruimte voor iedereen. En kijkend ‘door andere ogen’ maakt elke ontmoeting inspirerend en leerzaam. Wat mij betreft blijft dit thema nog wel even op de agenda staan van de Dag van de Architectuur. 

Leave a Comment

*