Hof Schaapherderstraat Den Haag

Het hofje met dubbele bouwblokken als uitdrukking van de collectiviteitsgedachte

Hof Schaapherderstraat Den Haag

Tekst: Botine Koopmans.

Het boek ‘Compact en Harmonisch. Sociale woningbouw in Den Haag 1850-2015’ werd onlangs gepresenteerd op een mini-symposium over sociale woningbouw. Het jaartal 1850 is niet toevallig. In de negentiende eeuw waren de woonomstandigheden van de minder draagkrachtigen niet best. Door de industrialisatie en de trek naar de stad, moesten grote groepen arbeiders gehuisvest worden en dat werkte misstanden in de hand. Berucht waren de exploitatiehofjes: rijen kleine woningen die bij voorkeur achter de huizen op binnenterreinen op elkaar werden gepropt. Als men niet aan de straat bouwde, was er namelijk geen bouwvergunning nodig.

De slechte huisvesting en het gevaar dat dit opleverde voor de volksgezondheid – geregeld braken er cholera- en typhusepidemieën uit – hielden de gemoederen van de gegoede burgerij in die tijd danig bezig. Het eerste complex in Den Haag dat werd gebouwd om verbetering te brengen in ‘het beklagenswaardig lot van velen, die op half opene zolders of in vochtige kelders of verwaarloosde vertrekken hun leven tot schade van hunne gezondheid slijten moeten’, was Om en Bij in 1840-1841. De opdrachtgever was geen woningbouwvereniging maar een commissie van predikanten en ouderlingen die armenwoningen voor een lage prijs verhuurde aan de Nederduitsch Hervormde Diaconie.

De eerste woningbouwvereniging in Den Haag was de ‘Vereeniging tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse’, in 1854 opgericht door een groep jonge vooraanstaande Hagenaars (nu de Koninklijke Haagse Woningvereniging van 1854). Er volgden meer dit goede voorbeeld, met klinkende namen die de doelstelling perfect verbeeldden zoals de ‘Vereeniging tot het verschaffen van woningen aan minvermogenden’ uit 1885, ‘Verbetering zij ons streven’ uit 1907 en ‘Patrimonium’ (vaderlijk erfdeel) uit 1913.

Het eerste sociale woningbouwproject van de overheid volgde pas in 1913: een bescheiden plan aan het Kolenwagenslag in Scheveningen.

Hoje Schaapherderstraat

Schaapherderstraat. Foto: Dick Valentijn

De collectiviteitsgedachte

De Woningwet van 1901 betekende een grote stap vooruit in de verbetering van de volkshuisvesting. De overheid had daarmee een wettelijk instrument in handen gekregen om al te grote wantoestanden op het gebied van woningbouw aan te pakken. Vooral in de jaren twintig stond met een krachtige SDAP sociale woningbouw hoog op de politieke agenda. In deze jaren wilde men vanuit de collectiviteitsgedachte die in scherpe tegenstelling stond met het individualisme en het lassez-faire uit de negentiende eeuw, het volk verheffen met cultuur en zorgen voor fatsoenlijke en hygiënische woningen. Deze moesten zo gebouwd worden dat zij de gemeenschapszin benadrukte en de binding tussen de individuen bevorderde. De ultieme vertaling van zo´n uitgangspunt bleek de hofbouw met zijn besloten poortdoorgangen en verstilde pleintjes te zijn. Hierbinnen nam de hof met dubbele bouwblokken een speciale plek in. In zo’n hof zijn de woningen in een dubbele ring rondom een plein of een plantsoen gelegd en dat zou bij uitstek de gemeenschapszin tussen de bewoners bevorderen.

Twee voorbeelden: Schaapherderstraat en Papaverhof

De hof aan de Schaapherderstraat in Spoorwijk illustreert op voorbeeldige wijze de intentie van een hof met dubbele bouwblokken. Hij is opgebouwd uit een binnenring van eenlaags woningen en een buitenring van deels portiekwoningen die twee lagen hoog zijn. De hof wordt doorsneden door de Schaapherderstraat. Het plantsoen in het midden is toegankelijk via twee poortdoorgangen. De hof werd in 1921-1923 gebouwd door de Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting naar ontwerp van de gemeentearchitecten W. Greve en A. Pet. Zij zijn er wonderwel  in geslaagd de monumentaliteit  van de buitenring te combineren met de intimiteit van de lage woningen aan de binnenring. Wie hier woont waant zich in een vriendelijk dorpje waar je nooit tevergeefs een beroep op je buren hoeft te doen.

Dubbele hofwoningen Schaapherderstraat

Schaapherderstraat. Foto: Dick Valentijn

Zonder poortdoorgangen maar in plaats daarvan met smalle open doorgangen is de bekende Papaverhof van architect Jan Wils uit 1920-1921, die toen als één van de modernste architecten in Nederland gold. De Papaverhof is een ingenieuze variant op het dubbele bouwblok. De woningen zijn in een ring rondom een verdiept plantsoen gegroepeerd, rug- aan-rug, maar zo ten opzichte van elkaar verschoven dat ieder huis voldoende licht en lucht krijgt en optimaal zicht heeft op het groen. Nog tijdens de ontwerpfase werd het complex uitgebreid met vijf blokken etagewoningen, die de woningen aan het plantsoen aan twee zijden omringen.

hofje Papaverhof

Papaverhof. Foto: Afdeling Monumentenzorg en Welstand Den Haag

Sloop van sociale woningbouwhoven

Helaas dacht men zo’n tachtig jaar later heel anders over de oorspronkelijke intentie van de hoven. Zij zouden met hun poorten en intieme pleinen juist sociaal onveilig zijn en dat heeft ook een aantal hoven met dubbele bouwblokken de slopershamer opgeleverd. 2005 was wat dat betreft een slecht jaar. De uitgesproken monumentale hof aan de Pieterburgstraat in Transvaal ging toen tegen de vlakte. Een groots complex uit 1920-1921 van de architecten L. Cusell, J.N. Munnik en A. Verschoor, met 197 woningen, vier winkels op de hoeken, een pakhuis en een kantoor van de woningbouwvereniging Patrimonium. Stichtelijke teksten in de poortdoorgangen begeleidden de bewoner naar huis: ‘Vrij van den arbeid, zijn zorgen en lusten, biede deez’ woning u vreë en geluk’, ‘Straal toch uw woning van teedere liefde..’ en ‘Draagt elkanders lasten’.

Nog erger omdat het rijksmonumenten waren, was de sloop van twee hoven in Duindorp, de Meeuwenhof en de Pluvierhof. De derde hof, de Zeezwaluwhof is de dans min of meer ontsprongen. Deze staat er nog, maar hij was wel de minst gave van de drie. De hoven werden in 1916-1917 gebouwd naar ontwerp van de gemeentearchitecten W. Greve en G. Alberts. Het waren volgens de Dienst Gemeenteplantsoenen ‘vriendelijke woningen met fleurig groen’.

En nu? Uit het mini-symposium bleek gelukkig dat er weer gunstiger over hofbouw wordt gedacht en dat er minder neiging tot sloop bestaat.

Meeuwenhof

Meeuwenhof. Foto: Haags Gemeente Archief

Het symposium over sociale woningbouw werd op 7 april 2016 georganiseerd door de Stichting Publicaties Haags Erfgoed in samenwerking met een vijftal woningcorporaties.

Bronnen:
Leo Oorschot, Conflicten over Haagse stadsbeelden. Van Willemspark tot Spuiforum, hoofdstuk 5: Stadsbeeld van de collectivisatiebouw 1916-1928, Den Haag 2014.
Botine Koopmans, De Verborgen Stad, 115 hofjes in Den Haag, Den Haag 2005. 

One Comment

  1. Koos says:

    Helaas word het hofje in de schaapherder straat door de geld wolven van Vestia afgebroken. Dit tegen de zin van de bewoners in .weer een historisch beschermd stadsgezicht verdwijnt.

Leave a Comment

*