Conflicten over Haagse Stadsbeelden – van Willemspark tot Spuiforum

Vrijdag 4 juli verdedigde Leo Oorschot met succes het proefschrift Conflicten over Haagse Stadsbeelden – van Willemspark tot Spuiforum aan de TU- Delft Urbanism. Een onderzoek naar de niet altijd eenvoudige wording van ‘het mooiste dorp in het lommerrijke groen’ naar de geglobaliseerde stad The Hague. Het proefschrift is te lezen en te downloaden op de website van de TU Delft faculteit: ABE Architecture and the Built Environment  en te bestellen bij Amazon.com

Abstract

Deze studie behandelt de voortdurende strijd tussen belangengroepen over hoe de stad Den Haag eruit dient te zien in de periode 1860 tot 2010. De these in dit onderzoek luidt dat het gefragmenteerde beeld dat mensen van de stad ervaren het gevolg is van de grote verscheidenheid aan stedelijk ensembles en publieke gebouwen die vaak met de beste intenties door groepen betrokkenen successievelijk werden gepresenteerd, al dan niet half voltooid en tegen elkaar geschoven. Deze betrokkenen, zoals nationale en lokale politici, de koninklijke familie, banken, industriëlen, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, architecten en stedenbouwers en organisaties met kritische burgers zijn voortdurend in conflict over hoe publieke gebouwen of beeldbepalende stedelijk ensembles er uit dienen te zien. Elke groep wil met de beste bedoelingen op zijn eigen manier de stad vormgeven. Het lijkt wel alsof de stad is ontdaan van ruimte, beweging en tijd, en dat alleen het stadsbeeld nog telt dat eindeloos wordt gereproduceerd in de media om de opinie te beïnvloeden. Op de achtergrond speelt altijd het stadsbeeld dat men wil bewerkstelligen. Het getouwtrek om het Spuiforum is slechts het meest recente in een lange reeks incidenten in Den Haag. Het hardvochtig streven van betrokkenen naar het ene zuivere stadsbeeld levert alleen maar meer beeldfragmenten op, en misschien is dat wel de grootste kwaliteit van de stad.

Het getouwtrek om het Spuiforum is slechts het meest recente in een lange reeks incidenten in Den Haag.

Het leek wel of tussen 2009 en 2014 iedereen zich met Spuiforum bezig hield. Het moddergooien tussen voor en tegenstanders houdt al jaren aan. Altijd zijn de media opzoek naar het volgende schandaal waarbij de motieven van criticasters niet altijd even helder zijn. Echter, hoe groot het conflict nu ook is, dergelijke conflicten worden weer snel vergeten. Wie herinnert zich nog het conflict over het Willemspark of het Vredepaleis? De talloze conflicten rond de badplaats Scheveningen? Wie weet nog van de veldslagen rond de stadsvernieuwing, het gesjacher rond de prijsvraag voor de Tweede Kamer der Staten Generaal of van de perikelen rond de prijsvraag voor het Haagse stadhuis? Eurojust? International Criminal Court? Zo stormachtig als conflicten kunnen ontstaan, zo snel ebben ze weer weg. Vaak raken ze geruisloos in de vergetelheid. Maar het gebouw of het stedelijk ensemble dat de aanleiding was voor het conflict wordt veelal uitgevoerd, zij het niet altijd volledig.

Deze conflicten over het beeld en de stad zijn belangrijk, omdat ze de vanzelfsprekendheden naar boven halen in de wijze waarop mensen de stad ervaren en willen zien. Breuklijnen in de maatschappij worden feilloos blootgelegd, en nog gebouwd ook. Bijvoorbeeld: de meest monumentale entree in Den Haag, van het Haagse politiebureau uit de jaren vijftig, kijkt uit op de achterkant van het vlaggenschip van het Haags progressief college (1986-89), het woningcomplex van Ricardo Bofill, met parkeertoegang, vuilcontainers en nutsvoorzieningen. Een goede observator ziet de vele tegenstellingen in de maatschappij gespiegeld in deze stad.

Het gefragmenteerde uiterlijk van Den Haag heeft zijn oorzaak in de debatten over het stadsbeeld

Het object van deze studie is het beeld van de stad en de conflicten die daarover gaan. Het beeld van de stad, hier ook stadsbeeld genoemd, staat de laatste jaren bijzonder sterk in de belangstelling. Dit is mede het gevolg van de nieuwe positie van steden in het wereldwijde verstedelijkingsproces waarbij steden elkaars concurrenten zijn geworden en van de revolutie in de communicatietechnologie en de digitalisering met de nieuwe mogelijkheden voor steden om zich wereldwijd te presenteren. Deze studie laat zien dat het stadsbeeld, ondanks de ongrijpbaarheid en fluïditeit, al veel eerder een dwingende rol speelde in de ontwikkeling van de stad. Churchill’s uitspraak: ‘wij vormden steden en steden vormden ons’ zou men kunnen aanscherpen als: ‘wij verbeelden ons steden en het beeld van de steden vormde ons.’

Nancy Stieber gaf in het boek de STAD (2006) een verhelderende analyse over de samenhang tussen beelden en de stad. Van de stad wordt een metafoor gemaakt, dat is een van de transformaties die we het stedelijk weefsel in onze geest kunnen laten ondergaan. Stieber onderscheidt drie categorieën: het beeld van de stad (the image of the city), de verbeelde stad (the imagined city) en de denkbeeldige stad (the imaginary city). Het beeld van de stad is de voorstelling die individuen of collectieven opbouwen. De conceptie die de ervaring van de stad in de geest oproept. Deze voorstelling gaat uit van de werkelijk bestaande stad. De verbeelde stad is de virtuele stad zoals deze door kunstenaars, architecten, planners, citymarketeers en anderen worden voorgesteld in kunst, film, literatuur, muziek, reclame, architectuur en stedenbouwkundige ontwerpen. Deze hangt samen met de eerste categorie, maar hier ligt de nadruk op de representatie van de stad door specialisten die bijvoorbeeld presentaties maken om mensen te overtuigen van het nut en de betekenis van een stedelijk ensemble of publiek gebouw. De positie van de producenten van de beelden zijn hierbij van cruciaal belang, immers wie moet er overtuigd worden van welk standpunt? Stieber liet zien aan de hand van een spotprent over Amsterdam Zuid van Berlage dat de drie categorieën niet zijn te scheiden. In alle drie gaat het om metaforen van de stad. ‘De stad tussen de oren’, volgens de geograaf en citymarketingspecialist Gertjan Hosper (2010).

de spontane stad is een fictie

Deze studie heeft tot doel het ontdekken en benoemen van opeenvolgende stadsbeelden en de daarmee gepaard gaande conflicten die in Den Haag opgeld deden tussen 1860 en 2010, en het achterhalen en beschrijven door wie, met welke motieven en tegen welke achtergronden deze stadsbeelden werden ontwikkeld, waar, in hoeverre en òf deze stadsbeelden successievelijk tot stand werden gebracht, waar de conflicten over gingen en waardoor de stadsbeelden weer verdwenen, veelal onvoltooid en daardoor resulterend in het huidige gefragmenteerde beeld van de stad. Hiervoor is een serie casestudies gedaan. De menselijke activiteiten die zich in de gebouwen en stedelijke ruimten afspelen, hoe belangrijk ook, zijn in deze studie om praktische redenen buiten beschouwing gelaten. Elke casestudie is een dominerend stadsbeeld in een bepaalde periode. Daarin staat de samenhang centraal tussen deze ‘stad tussen de oren’, de daadwerkelijk gebouwde stad, en de vele conflicten over dat beeld van de stad. De stadsbeelden worden in deze studie geanalyseerd aan de hand van beeldbepalende stedelijk ensembles.Een ensemble is beeldbepalend als het deel is geweest van het publieke debat. Elke case van een stedelijk ensemble wordt uiteengerafeld in drie aspecten: de motieven van de betrokkenen vóór en tegen, de vorm van de stedelijke ruimten en de architectuur van de bebouwing.

Veelal wordt er veel gesloopt om een nieuw ideaal te kunnen bouwen

Deze studie is noodzakelijkerwijs een multidisciplinair onderzoek. Resultaten van morfologisch en typologisch onderzoek, beeldonderzoek en historisch bronnenonderzoek worden met elkaar in verband gebracht. Aspecten zoals stedelijke ruimten, bebouwing en motieven van betrokkenen over het uiterlijk van de ensembles worden in samenhang beschouwd en worden zo in een nieuw licht geplaatst. Niet het verwerven van kennis over een toestand of situatie uit het verleden en de causaliteit staan centraal, zoals bij de historicus, maar de kennis over de wisselwerking tussen beeld en werkelijkheid in een bepaalde periode. In de casestudies over de afzonderlijke stadsbeelden worden dwarsverbanden gelegd tussen de disciplines van de architectuurgeschiedenis, de stedenbouwgeschiedenis, de politieke geschiedenis en de maatschappelijke realiteit. De casestudies die zijn verricht om de eerder genoemde these te staven leiden tot de volgende conclusies.

Stadsbeelden van Den Haag-2

Het gefragmenteerde uiterlijk van Den Haag heeft inderdaad zijn oorzaak in de debatten over het stadsbeeld. Stadsbeelden zijn als visuele of esthetische categorie nooit haarscherp gedefinieerd maar hebben iets ongrijpbaars en zijn fluïde. Op projectniveau kunnen beelden wel helder en duidelijk zijn. Stadsbeelden kennen een bepaald verloop in de tijd dat bij alle afzonderlijke stadsbeelden is terug te vinden, met een tijdsspanne van vaak niet meer dan 20 a 30 jaar. Stadsbeelden hebben niet altijd een visueel homogeen beeld of één bepaalde stijl en kunnen een verscheidenheid aan beelden bevatten. Stadsbeelden verbinden plaatsen met elkaar die soms ver uiteen liggen, bloemkoolwijken vindt men bijvoorbeeld overal in Nederland. Stadsbeelden kunnen lokale en internationale aspecten met elkaar verenigen. Stadsbeelden zijn succesvoller en dominanter bij een hoge bouwproductie. Een geschiedenis van stadsbeelden laat daarom grote witte plekken zien op momenten dat er nauwelijks werd gebouwd. Voor stadsbeelden is altijd een motief aanwezig, de spontane stad is een fictie, hoewel het motief vaak werd vergeten waardoor men in latere perioden in het duister tast over de samenhang tussen stedelijke ruimten, bebouwing en de beelden die werden gehanteerd. Als stadsbeelden worden verwezenlijkt in nieuwe stedelijke ensembles blijken deze vaak weinig adaptief. Vooral binnen de bestaande stad zijn zij gewoonlijk destructief en intolerant ten aanzien van voorgangers. Veelal wordt er veel gesloopt om een nieuw ideaal te kunnen bouwen. De rol van de verschillende betrokkenen als architecten, stedenbouwers en bestuurders als individuen wordt zwaar overschat, cruciaal is juist het samenspel tussen alle betrokkenen en de context. Het stadsbeeld speelt daarin een verbindende en soms zelfs een dwingende rol en herinnert ons eraan: de stad dat zijn wij.

Op basis van deze studie is het mogelijk gebleken de kaart van de stad op een nieuwe manier te tekenen, want juist daarin zijn de verschillen tussen steden zichtbaar.

Leave a Comment

*