Den Haag Zuidwest in transformatie: balanceren tussen oud en nieuw

Den Haag Zuid-West

Tekst en foto’s: Leo Oorschot

Met de gebiedsverkenning Zuidwest Den Haag wil de gemeente verdichten, vergroenen en verduurzamen. De generieke aanpak van het stadsdeel zo groot als Gouda heeft echter geen oog voor de specifieke kwaliteiten van de diverse buurten. Leo Oorschot, werkzaam voor het 1 Million Homes programma van de TU Delft, adviseert niet in het wilde weg sociale huurwoningen te slopen, maar te renoveren en specifieke groepen bewoners doorstroomalternatieven te bieden naar nieuwe woonvormen. Met de nieuwe coalitie krijgt Zuidwest dezelfde status als Rotterdam Zuid en hiermee extra financiële ondersteuning vanuit het Rijk.

Kern van het probleem

Voor mij ligt Bestemming Zuidwest Gebiedsverkenning (april 2019) en de Woondeal zuidelijke Randstad (28 mei 2019) en een nog niet door de raad aanvaarde Programmabegroting 2020-2023 van de gemeente Den Haag zonder een financiële reservering voor Zuidwest en na het vertrek van twee wethouders het op 9 december 2019 verschenen nieuwe Coalitieakkoord 2019-2022 Samen voor de Stad.

De gemeente wil volgens de verkenning 10.000 nieuwe woningen in de marktsector in Zuidwest. Sloop van betaalbare woningen is daarbij onvermijdelijk. Een maatschappelijke kapitaalvernietiging en in tegenstelling met de doelstelling van de gemeente om circulair te worden. De kern van het probleem in Zuidwest is niet de verwaarloosde bebouwing of het groen, dat kan men allemaal aanpakken. Het probleem is de verarmde bevolking, de lage woondichtheid en daarmee de ingestorte voorzieningen, evenals het gebrek aan doorstroming van bewoners naar passende woningen, zodat er ruimte ontstaat voor nieuwe bewoners. In de gebiedsverkenning spreekt men over verdichting, maar of daar wat van terecht komt bij de sloop van portiekwoongebouwen en bouw van middeldure tot dure woningen is maar de vraag. Als men aan alleenstaande corporatiebewoners geen perspectief biedt zal er waarschijnlijk maar mondjesmaat iets gebeuren. Met het nieuwe coalitieakkoord wil men deze problemen aanpakken. Dit artikel gaat over de schaal van Zuidwest en het onvermogen bestaande kwaliteiten op buurtniveau te herkennen.

Er zijn vergelijkbare stadsdelen zoals Escamp met veel woningcorporaties en diversiteit in bewoners en vooral diversiteit in karakteristieke woonbuurten. Rotterdam-Zuid of Schalkwijk in Haarlem zijn enigszins vergelijkbaar, hoewel gemeenten daar een andere aanpak hanteren.

Pro’s en con’s van Zuidwest

De laatste jaren gaat het slecht met de bevolking. De overwegend oudere bewoners en mensen met een migratieachtergrond kregen na 2015 MOE-landers (uit Midden en Oost Europa in buy-to-let-appartementen), statushouders en ggz-patiënten  (in sociale huurwoningen) erbij als nieuwe buren. Zuidwest veranderde in een wijk waar ouderdom, zorgvraag, armoede en eenzaamheid heerst. Daarentegen is het sterke punt van Zuidwest het groene continuüm en de overwegend open blokkenstructuur. Hier ontleende Zuidwest haar unieke karakter aan, samen met de soms fraaie wederopbouwarchitectuur en openbare kunstwerken. Dat is het Zuidwest waar mensen zich aan zijn gaan hechten. Zuidwest heeft alle potentie om tot een waarlijke Green City te kunnen doorgroeien.

Aantal huishoudens, stedelijke dichtheid en wonen van Escamp en de gemeente Den Haag

Van eenvormige pannenkoekwijk naar diversiteit

In de jaren tachtig werd met het Woningbouwfestival de transformatie van de saaie pannenkoekwijk vol portiekwoongebouwen ingezet met verscheidenheid in gebouwtype (met o.a. hoogbouw en gezinswoningen) en bevolkingscategorieën (met middelduur en duur). Men wilde nieuwe bewoners ruimte geven en daarmee voorzieningen zoals winkels en scholen op peil houden. Sindsdien zijn er veel lokale herstructureringen geweest met verbeteringen tot gevolg. De dichte bebouwing met portiekwoongebouwen werden vervangen door gezinswoningen in een lage dichtheid. Samen met de vele huishoudens van één persoon had dit had weer een negatief effect op voorzieningen. Scholen sloten de deuren en winkelcentra veranderden in spookhuizen. Ook konden woningcorporaties, zoals Vestia, die grote delen van de wijk bezitten en de herstructurering goed ter hand hadden genomen, sinds 2015 minder investeren in wijken.

Slim doorschuiven van ouderen binnen de wijk en ruimte maken

Bij de voorgenomen sloop van sociale huurwoningen en dure nieuwbouw is de grote vraag: waar gaan de bewoners heen? Er worden nauwelijks nieuwe sociale huurwoningen gebouwd. Randgemeenten zoals Rijswijk en Wassenaar doen daar niet aan, en ook op het Haagse zand is nooit ruimte voor sociale huur. Van doorstroming is nu al geen sprake, ook al hebben bewoners een urgentieverklaring. Dit vertraagt het vernieuwingsproces van Zuidwest eindeloos. Wellicht moet men juist specifiek voor de doelgroep eenzame alleenstaande ouderen met een zorgvraag bouwen, bijvoorbeeld geclusterde woonvormen nabij het OV en de wijkvoorzieningen. Bewoners blijven in de wijk maar er ontstaat wel meer ruimte. De leeggekomen portiekflats kunnen dan klimaatneutraal worden gerenoveerd voor jongeren en startende gezinnen, een urgente doelgroep voor de stad. Kortom, bouwen voor wie nodig is en slim doorschuiven van bewoners naar een passende woning: zo schept men ruimte voor nieuwe bewoners en diversificatie.

Woongebouwen in Morgenstond

Schaal van Zuidwest maakt blind voor kwaliteit van buurten

Met de gebiedsverkenning wil de gemeente Verdichten met behoud van de kwaliteit, Vergroenen met stadslandbouw, moestuinen en verscheidenheid in groen, en Verduurzamen naar klimaatneutrale woongebouwen, klimaatadaptieve leefomgeving en circulaire gebiedsontwikkeling en bebouwing. Een uitdaging. Echter, de grootste uitdaging is de schaal van Zuidwest, met een omvang gelijk aan Gouda is er meer nodig dan alleen even een wijkje transformeren. Er werken bij de Haagse dienst stedenbouw net zoveel stedenbouwers als bij de Zuidas, dat is zorgelijk bij zo’n omvangrijke transformatieopgave. Als er zo’n gebiedsverkenning van Gouda zou zijn gemaakt was iedereen verbijsterd over zo weinig planvorming en aanpak, maar bij Zuidwest wordt dat geaccepteerd. Terwijl de Verdichting, Vergroening en Verduurzaming in heel Zuidwest moet plaatsvinden, gaat men er in de gebiedsverkenning al vanuit dat het onhaalbare kaart is en focust men zich op een beperkt aantal ontwikkelingsgebieden. De rest van Zuidwest blijft een witte plek in de planvorming.

Met de drie V’s is juist chirurgische precisie per buurt nodig. Buurten verschillen onderling nogal, er is een grote verscheidenheid aan gebouwtypes, stedelijke ensembles en bewoners. Dudok ontwierp de hoofdlijn met groene zones, delen van Moerwijk en heel Morgenstond. Maar ook Berlage, Van der Sluijs en Van Den Broek ontwierpen er woonbuurten. Door de grote schaal is men blind voor de kwaliteit van de verschillende buurten. Terwijl deze aanleiding kan zijn voor de ontwikkeling van bijzondere woonmilieus en de broodnodige differentiatie. Deze verschillen en kwaliteiten moeten veel meer tot hun recht komen bij een visie op de transformatie van Zuidwest.

Met Moerwijk-Oost Gebiedsverkenning (september 2017) werd een woonbuurt op een eenzijdige manier door de gemeente verkend door middel van een aantal ontwerpvoorstellen. In dit plan wordt stevig verdicht, maar wie er in de torens langs het spoor wil gaan wonen is maar de vraag. Het karakter van de wijk wordt geen recht gedaan en het woonmilieu nabij het station met de rij hoge onbetaalbare woontorens ruïneert het kwetsbare publieke domein voorgoed. Of bewoners werkelijk hier bij zijn betrokken is maar de vraag.

Portiekwoongebouwen Moerwijk

Elke woonbuurt is een woonmilieu met een eigen karakter

Afzonderlijke buurten hebben een eigen karakter met stedelijk ensemble, bebouwing, groen en sociale structuur. De generieke aanpak met sloop van betaalbare woningen en nieuwbouw van dure woningen maakt niet alleen blind voor de kwaliteit van de afzonderlijke woonbuurten, maar verhindert ook een zinvol gesprek met de bewoners over de transformatie en ondermijnt zo het draagvlak. Gebiedsverkenning had woonbuurtverkenning moeten zijn op basis van de aanwezige buurtkwaliteit en problematiek. Men kan dan de cultuurhistorische en architectonische waarde van bebouwing, stedelijke structuren en groengebruik beter vaststellen en woonmilieu en -differentiatie beter  definiëren. Vooral ook omdat een integrale aanpak bij inrichting van het publiek domein (bestrating vernieuwen, klimaatadaptief maken, groen anders gebruiken, water integreren, warmtenet aanleggen etc.) verstandig is. Pas dan kan men per buurt goede keuzes maken. Sloop niet in het wilde weg betaalbare woningen, maar isoleer en renoveer deze en biedt een doorstroomalternatief door specifiek voor ouderen te bouwen met geclusterde woonvormen nabij OV-knooppunten.

Verdichten kan met 10-15% door portiekwoongebouwen tijdens de renovatie te voorzien van serres aan de tuinzijde, dakopbouwen en uitbouwen aan de tuinzijde. Dan worden bestaande woongebouwen Verduurzaamd en het dak eventueel Vergroend en voorzien van zonneboilers of PV(T)-panelen. De woningen blijven zo nog enigszins betaalbaar. Deze kan men dan passend aan jonge gezinnen toewijzen om zo economische draagkracht en woonplezier te brengen.

Van Zuidwest naar Green City

Het zag er niet goed met de plannen van de vorige coalitie. Maar nu krijgt Zuidwest een eigen wethouder die zich specifiek met het wonen en welzijn van wijken gaat bezig houden. In het nieuwe coalitie akkoord met een wijkgerichte aanpak een belangrijke koerswijzigingen. Met het Rijk wordt de Regio- en Woondeal verder uitgewerkt en zal Zuidwest dezelfde status moeten krijgen als Rotterdam-Zuid. Er wordt 50 miljoen geïnvesteerd in een revolving fund voor sociale woningbouw en starterswoningen. De wijken aanpak komt terug met Wijkontwikkelingsmaatschappijen per wijk. Met oude woongebouwen van corporaties en geld van het revolving fund worden deze aangepakt. Voor Zuidwest worden nog tientallen miljoenen euro’s extra gereserveerd. Gebiedsgericht werken en wijkaanpak krijgt een nieuwe betekenis in de stedelijke wording.

Hopelijk kijkt de gemeente op het niveau van de woonbuurten en herkent daar de verschillende mogelijkheden en kwaliteiten. Verdichten (optoppen en uitbreiden bestaande woongebouwen), Vergroenen met het opnieuw definiëren van groen (binnenterreinen aan bewoners geven, moestuinen stimuleren, daktuinen) en Verduurzamen (renovatie van waardevolle woongebouwen en vernieuwen van de mindere gebouwen). Zo verbetert zij Zuidwest werkelijk op circulaire wijze, en met draagvlak van bewoners, naar een Green City.

Foto boven: Den Haag Zuidwest in 1974, bron: beeldbank van het Haags gemeentearchief

Leave a Comment

*