Boulevard Scheveningen

Adaptief en integraal: nieuw Scheveningen

Nieuwe Boulevard. Foto: Christian van der Kooy

Tekst: Leo Oorschot. Foto’s: Chistian van der Kooy.

Er is veel veranderd sinds 2008, maar uit de as herrijzen ook feniksen. In de complexe herstructureringsopgave van Scheveningen heeft de komst van nieuwe investeerders en een andere aanpak gezorgd voor nieuwe dynamiek. Zonder grotesk masterplan maar met stedenbouwkundig maatwerk met betrokkenen. Deze ontwikkeling is het gevolg van de aanleg van de nieuwe boulevard, een speerpuntproject van het Deltaprogramma en de gemeente, met aan de uiteinden twee gebieden die meeliften met het succes: Scheveningen Bad en Haven.

De stuwende kracht van het Deltaprogramma

Deltacommissaris Wim Kuijken liet op het Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling 2015 zien dat een adaptief vermogen en integraal werken bij gebiedsontwikkeling perspectief biedt voor iedereen. Zonder een hardvochtig technisch en planologisch dictaat dat door het Rijk wordt opgelegd. Het Deltaprogramma gaat uit van een aanpak die behalve bescherming tegen het water ook andere, meer lokale doelen dient en daarmee investeerders bindt. Het grote geheim van het slagen van deze vorm van gebiedsontwikkeling is het vermogen om per locatie meerdere doelstellingen vorm te geven. Financiering komt zo niet alleen op de schouders van het Rijk, maar van alle betrokkenen die iets willen. Ruimtelijke maatregelen in brede zin, integraal, waar iedereen voordeel van heeft zijn handiger dan alleen dijken en eindeloze onteigeningsprocedures. Het aantal voorbeelden van slimme deals die leidden tot geslaagde deelplannen breidt zich inmiddels gestaag uit. Bijvoorbeeld het project Kustwerk Katwijk, dat genomineerd is voor de Gouden Piramide 2015, en de boulevard van Scheveningen.

De wederopstanding van Scheveningen

De boulevard van Scheveningen is een deelplan met grote gevolgen voor de stad Den Haag. Het project is een voorbeeld van een adaptieve en integrale aanpak die nu ook wordt gehanteerd bij de complexe transformatie van Scheveningen Bad en Haven. Vele doelstellingen komen bij elkaar bij de wederopstanding van Scheveningen.

Het Norfolkterrein lag er jarenlang verlaten bij

De kustversterking en herinrichting werd vormgegeven door de Spaanse architect en stedenbouwer Manuel De Solà-Morales en het Ingenieursbureau Den Haag. Het betreft een samenwerkingsproject van het hoogheemraadschap van Delfland, Rijkswaterstaat en de gemeente Den Haag. Naast een betere bescherming tegen hoogwater wenst de gemeente Den Haag haar economische basis te verbreden met toerisme. De kracht van een zeedijk werd gecombineerd met de schoonheid van een flaneerboulevard. De boulevard verbindt ook het Bad met de Haven. Het Bad maakt nu een sleetse en versteende indruk; de Scheveningse Pier, het Kurhaus en kuuroord Vitalizee gingen failliet. Strandtenten en restaurants leidden een kommervol bestaan, winkels staan gewoonlijk leeg. Men sprak over het Bad als het grootste gratis spookhuis. In de haven kwam na het instorten van Vestia niets meer van de grond. Het Norfolkterrein lag er jarenlang verlaten bij. Echter, investeringen die zijn gedaan bij de boulevard straalden uit naar het Bad en de Haven. Met de nieuwe aanpak die werd geformuleerd in het stedenbouwkundig plan Scheveningen-Haven 2025 (2012) stapt Den Haag af van wat Friso de Zeeuw noemt ‘een dichtgetimmerd masterplan, een vacuüm getrokken bestemmingsplan en een Spaanse architect’. Kortom, een meer adaptieve planning van een complex gebied werd vertrekpunt. Bewoners, bedrijven en bestuurders vergaten spontaan de schets uit 2007 van het indrukwekkende woud van torens en de cruiseterminal die volgens Joan Busquets het havenhoofd moesten markeren.

Scheveningen haven

In het verlengde van het succes van de boulevard presenteerde wethouder Revis op 5 maart 2015 de agenda De Kust Gezond. Een investeringsplan van 70 miljoen voor de verbetering van de stedelijke ruimten, waarvan de komende vier jaar 20 miljoen wordt uitgegeven. Men wil de boulevard doortrekken naar het Bad. Het duinlandschap in Scheveningen moet weer voelbaar worden in de huidige brei aan bebouwing. Net zoals Manuel De Solà-Morales en het Ingenieursbureau Den Haag het duinlandschap terugbrachten bij de nieuwe boulevard. Een plan dat al langer hoog op de verlanglijst van lokale politici stond en door het nieuwe college tot missie werd verheven.

De Scheveningse Pier werd in oktober 2014 verkocht aan KondorWessels Vastgoed en hotelbedrijf DanZep die flaneren en vermaak aan zee een nieuwe betekenis willen geven. Amrâth Hotelgroep kocht het failliet verklaarde Kurhaus en is het beeldbepalende hotel grondig aan het renoveren. Het failliete kuuroord Vitalizee werd na jaren leegstand herbestemd tot een casino. BAM GO-Park wil opeens een ondergrondse parkeergelegenheid bouwen op het Circusplein met 495 plekken. Vastgoedeigenaar en casino-exploitant Hommerson wil een deel van de aftandse jaren zeventig bebouwing op de Noordboulevard slopen en vervangen door nieuwe bebouwing met winkels, horeca en een parkeergarage voor 700 auto’s. Hier gaat het nog om de grote investeerders. Inmiddels zijn tal van kleine investeerders met plannen in de weer.

Ook hier staat de verbreding van de stedelijke economie centraal

Ook de haven stak schril af bij het succes van de boulevard. Wethouder Klein presenteerde 25 maart 2015 de agenda Scheveningen haven, is en blijft haven. Ook hier staat de verbreding van de stedelijke economie centraal. Na het ineenstorten van grondeigenaar Vestia leken de ontwikkelingen bij het Norfolkterrein doodgebloed. Het Beeldkwaliteitsplan Scheveningen Haven van Urbis uit 2013 leek van geen nut meer. Toch wordt nu de draad weer opgepakt. ASR Vastgoed Ontwikkeling ontwikkelt het noordwestelijk deel van het Norfolkterrein tot een soort Amsterdams oostelijk eiland en woningcorporatie Arcade neemt het zuidoostelijk deel voor haar rekening. Ook het Duitse vastgoedfonds Patrizia, Round Hill Capital, Greystar en Bouwfonds IM willen investeren in de Haagse woningmarkt, waaronder de haven.

Boulevard Scheveningen

Foto: DPI Animation House Bron: gemeente Den Haag

Aan de ene kant heeft het succes van Scheveningen te maken met de aantrekkelijkheid van Nederland voor investeerders in woningen. Zeker nu de bevolking de laatste jaren is toegenomen en geconcentreerd in grote steden, terwijl er nauwelijks werd bijgebouwd. Aan de andere kant heeft de boulevard en de nieuwe aanpak van de gemeente Scheveningen aantrekkelijk gemaakt. De vraag is in hoeverre bovengenoemde partijen, waaronder (internationale) vastgoedbeleggers en -ontwikkelaars, strandtent- en hotelhouders hadden geïnvesteerd als de gemeente niets extra had gedaan met de boulevard. Scheveningen kreeg met de nieuwe boulevard een niet te onderschatten stimulans. Een stip op de horizon voor de oude badplaats en haven.
De successen hebben ook een keerzijde. Men kan zich afvragen of het verstandig is om de haven met zijn bedrijvigheid en vissersboten te transformeren naar een soort Amsterdams wooneiland. Men slacht zo de kip met de gouden eieren. Immers, hoeveel toeristen gaan nou naar een waterwoonwijk kijken? Was toerisme niet een belangrijk punt voor het college, en de reden waarom de gemeente zoveel investeerde in de boulevard?

Daadkracht Deltaprogramma ook nodig voor energietransitie

Het Deltaprogramma is een door het Rijk getrokken programma met een communicatieve en sterke bestuurder als commissaris. De vraag is of marktpartijen dit hadden kunnen organiseren. De Deltacommissaris heeft een gedepolitiseerde positie en daarmee een vrije rol. Kuijken komt in de Tweede Kamer alleen het jaarlijkse Deltaprogramma toelichten. Zijn rol is anders dan die van een ministerie, provincie of gemeente. In deze positie en in het betrekken van private partijen ligt de kracht van de aanpak. Er zijn meer grote opgaven die roepen om zo’n aanpak, zoals het knooppuntenbeleid en de Stedenbaan, de digitale overheid en de klimaatdoelstellingen. Hier komt nu niet veel van terecht.

De Deltacommissaris heeft een gedepolitiseerde positie en daarmee een vrije rol

Volgens Kuijken is deze stroperigheid te danken aan het feit dat er geen commissaris is aangesteld. Niemand kreeg een mandaat, budget, plan en doel. Bestuurders en bestuurslagen buitelen over elkaar heen met goedbedoelde nota’s. Echter, een krachtdadige aanpak blijft uit. De transitie van fossiele naar duurzame energiebronnen en de transformatie van bestaande woningen naar een hoger energielabel, misschien wel de belangrijkste opgaven van dit moment, verlangen een andere aanpak.

Terwijl er aan de zeezijde van Den Haag sprake is van een versnelde transformatie door grote investeringen, is er aan de landzijde van de stad een groot probleem. Sociale huurwoningen worden nauwelijks meer onderhouden en de voorraad slinkt. Voor mensen met een kleine beurs lijkt het leven in de hofstad niet meer weggelegd. Hier zou iemand als Deltacommissaris Kuijken goede werken kunnen verrichten als Energietransitie-commissaris. Hij zou bewoners een perspectief kunnen geven door de sleetse voorraad sociale huurwoningen op te waarderen naar Energielabel B. Een stip op de horizon voor de andere helft van de stad.

Dit artikel is gebaseerd op een eerder verschenen artikel van Leo Oorschot op Gebiedsontwikkeling.nu

One Comment

  1. Wiber Buhler says:

    Kan ik met u in contcat komen over de presentaties en kunstwedstrijd van de Stichting Hundertwasser aan Zee.

Leave a Comment

*