Wat maakt de stad van ons, wat maken wij van de stad?

©Studio Johan Nieuwenhuize

Auteur: Harry Zevenbergen

Zijn het de grauwe flats van Bouwlust, de portiekwoningen van Laakkwartier of de villa´s met een grote tuin? Waar je geboren wordt en vooral waar je opgroeit bepaalt voor een deel je leven. We leven in een land waar woonwagens, niet mogen rijden en uitgebouwd worden tot complete villa´s. Zolang ze wielen hebben blijven het woonwagens en blijft de illusie bestaan dat ze ooit weer mogen zwerven door het land, over de wereld. En is dat diep in ons hart niet wat we allemaal willen?

Wielen onder ons huis, vleugels voor onze dromen zodat we weg kunnen vliegen wanneer we het even allemaal zat zijn. De sleur van het bestaan. Iedere dag dezelfde koppen in je straat en op je werk. Iedere dag hetzelfde uitzicht en geen enkel uitzicht op veranderingen. De wens dat je de ene dag uitkijkt over de Hofvijver wanneer je de gordijnen ´s ochtends open schuift en de volgende dag over de zee. Maar na afloop van iedere droom word je wakker en na iedere reis kom je weer thuis.

Parken maken op roze wolkenkrabbers

Stel dat we opnieuw konden beginnen. Het bord leeg, alle stukken in een doos. Zouden we de zelfde spelregels bedenken. Zouden we alleen nog hoog bouwen om meer groen over te houden of het groen meenemen de hoogte in. Parken maken op roze wolkenkrabbers en een hoge muur om de welgestelden heen zetten, omdat uit onderzoek is gebleken, dat hoe groter de sociale ongelijkheid, des te groter de problemen die het de stad oplevert. Of zouden we überhaupt niet moeten tolereren dat er rijken en armen zijn? Zolang niemand me uit kan leggen waarom een vuilnisman minder moet verdienen dan een architect of een dichter minder dan een hartchirurg, kies ik voor het laatste. Als dichter voel ik me soms architect, soms vuilnisman, soms volksvertegenwoordiger en regelmatig een hartchirurg.

Leave a Comment

*