Den Haag Centraal Station

OV-terminal CS en de Haagse Loper: de nieuwe entree van de stad

Den Haag CS ©Benthem Crouwel Architects

Tekst: Leo Oorschot. Foto’s: Benthem Crouwel Architects

Met de vernieuwde stationshal van CS verhoogt Den Haag de kwaliteit van haar publieke domein en de entree van de stad krijgt gestalte met een belangrijke toevoeging aan de Haagse Loper. Maar met het uitleveren van het stationsplein (KJ-plein) aan drie bevoorrechte marktpartijen wordt de kwaliteit straks misschien weer voor honderd jaar geruïneerd. Is dit laatste een nieuwe trend in Den Haag?

Dinsdag 10 november 2015 stond het publieke domein centraal in het ADHD # 21. Een debat in het atrium van het stadhuis, al 20 jaar huiskamer van de stad. Wethouders van toen, zoals Adri Duivesteijn, spraken met de wethouder van nu. Architecten zoals Herman Hertzberger en Hans Kollhoff gaven hun visie op de entree van de stad, de Haagse Loper. De ruimtelijke ketting die openbare gebouwen als kralen bij elkaar houdt met in het midden de sprankelende OV-terminal, en daarvoor het KJ-plein. Maar ondanks alle lofzang over de schoonheid is er scherpe kritiek. Na 19 uur is het er doods.

OV-terminal Den Haag

Sinds het Grotesteden- en knooppuntenbeleid staan stationsgebieden in het middelpunt. Het zijn sleutels voor een hoogstedelijk milieu met een stimulans voor de economie en het middelpunt van de compacte stad. Het architectenbureau Benthem Crouwel kreeg in 2003 de opdracht van ProRail om het sleetse CS te transformeren naar een aantrekkelijke OV-terminal. In 2011 begon de bouw en dit jaar is de oplevering. De opgave was geen sinecure. Doe iets aan de stationshal en maak drie entrees, de situatie was onoverzichtelijk en chaotisch. CS is ook nog een kopstation dat Den Haag in tweeën splijt. Bezuidenhout C, tussen Utrechtsebaan en station, werd door het rijk lukraak volgebouwd en veranderde in een stedenbouwkundig rampgebied. Ook de positie van de ingang van het station is problematisch. Oorspronkelijk was deze aan de zijkant richting Turfmarkt. In de jaren zeventig werd deze aan de Malieveldzijde geplaatst en bouwde men Stichthage, de grindbetonnen zerk aan het KJ-plein.

stationshal Den Haag CS

©Benthem Crouwel Architects

Maar Benthem Crouwel gaf het station een nieuwe sfeer met een indrukwekkende kolomstructuur die het fraaie glazen dak draagt. De hal is enorm en meet 120×96 meter bij een hoogte van 22 meter. Trams zoeven op een verhoogde baan door de hal. De zerk staat nu als vanzelfsprekend boven op de nieuwbouw. Door de transparantie en de vele ingangen kunnen bezoekers zich in meer ruimten wanen. In de stationshal en op de Haagse Loper, binnen en buiten.

Het dynamische Haagse buitenlicht geeft, net zoals in het stadhuis, ook hier direct de buitentoestand weer. Soms zonnestralen die diep binnendringen, soms gekletter van regen op het glasdak. De vanzelfsprekende organisatie van verkeersstromen, transparantie die handig aansluiten op de Haagse Loper maken de stationshal een betekenisvol publiek domein.

Entree van de stad

Buiten de sprankelende OV-terminal is men begonnen met de aanleg van de Haagse Loper, naar een plan uit 2012 voor de entree van de stad. Het ratjetoe aan stedelijke ruimten en verschillende inrichtingen tussen Spuiplein en Grotiusplein krijgt één samenhangend beeld, bestratingsmateriaal en straatmeubilair. Van Spuiplein, Turfmarkt, KJ-plein, Anna van Buerenplein tot Grotiusplaats. Het is niet alleen een entree van de stad maar vooral ook de route naar ministeries, stadhuis, Onderwijs en Cultuurcomplex (OCC) Spuikwartier, station CS en de Leidse Universiteit. En daarmee hèt publieke domein van Den Haag Nieuw Centrum. Het verbindend element is de mangaanklinker die ook de Haagse binnenstad siert en het groen van de bomen en water op het Spuiplein en Anna van Buerenplein. Haaks op de Haagse Loper is met de ontwikkeling van het OCC een nieuwe verbindingsroute voor voornamelijk langzaam verkeer bedacht. Het oude centrum bij Het Plein wil men met de Rivierenbuurt verbinden, en daarachter straks de Binckhorst waar nieuwe ontwikkelingen gaande zijn. Een route door de Rivierenbuurt over de Pletterijstraat zoals Berlage dat ooit had bedoeld en niet langs de buurt.

dakaanzicht Den Haag CS

©Benthem Crouwel Architects

Op het KJ-plein voor de OV-terminal begaat men een grote vergissing. De VVD wethouder Boudewijn Revis bevoorrechte drie marktpartijen (TBI/Synchroon, ProVast en Volker Wessels) om een grondbod te doen op het plein, niks vrije markt. Hij wil met de winst 20 miljoen verlies op eerdere ontwikkelingen terugverdienen en de fietsenparkeerkelder financieren. Een studie naar de mobiliteit (fietsers, voetgangers, autoverkeer) wordt parallel aan de aanbesteding gedaan beloofde de wethouder de gemeenteraad. Een risicovolle strategie met weinig begrip voor mobiliteit. Hoe meer bouwprogramma hoe meer geld, redeneert de wethouder. Er is een overvol bouwprogramma met naast woningen ook kantoren en horeca, terwijl de leegstand daar juist groot is. De hoop is gevestigd op een creatief architect met gevoel voor stedenbouw. Maar architecten zijn niet bekend bij de wethouder en marktpartijen. Men spreekt al van de ‘L van Revis’.

Doods en levenloos als de ambtenaren ’s avonds thuis zijn

Tijdens het debat in het atrium prijst men de grote stappen die Den Haag zette met het publieke domein. Het treurig ruïneveld uit de jaren zeventig is nu een aantrekkelijke binnenstad. Maar Hertzberger, Kollhoff, Rietveld en het publiek bestempelen het gebied nu als levenloos. Kees Duivesteijn, oude hoogleraar uit Delft, oppert dat er teveel openbare ruimte voor te weinig mensen is. Hertzberger vindt het Spuiplein rommelig en hybride. Rietveld (die samen met Meier het stadhuis ontwierp) vertelt dat er teveel programma in het stadhuis was gepropt, het moest eigenlijk twee bouwlagen lager. Hetzelfde euvel zoals bij het OCC en de ‘L van Revis’. Rekenmachinestedenbouw waar grondexploitatie voor de ruimtelijke kwaliteit gaat. Daarnaast wordt het Haagse publieke domein teveel gedomineerd door de dagindeling van ambtenaren, betogen Kollhoff en mensen uit het publiek. In de avonduren waant men zich in een spookstad. Stadhuis en ministeries zijn gesloten en in het kielzog daarvan ook lunchrooms en voorzieningen. OCC en ‘L van Revis’ sluiten zich hierbij aan vreest men.

station Den Haag CS

©Benthem Crouwel Architects

Publiek Domein leefbaar maken! Van 12 naar 18-uurs economie!

Het hoofd stedenbouw en planologie Erik Pasveer en stedenbouwer Richard Koek die de randvoorwaarden voor OCC bedacht bevestigen de toestand. De economie van het nieuwe centrum drijft op ambtenaren die daar niet wonen. De komst van de Leidse Universiteit en het Koninklijk Conservatorium brengt daar verbetering in. Studenten hebben een ander levensritme. Ook nieuwe woningen verbeteren de situatie belooft wethouder Wijsmuller, het wordt een gedifferentieerd stedelijk milieu. Maar deze woningen liggen hoog boven het straatniveau.

De plint van het stadhuis wordt niet goed gebruikt betogen Koek en Pasveer. Het stadhuis sluit om zeven uur, de bibliotheek sluit om acht uur en in het weekend al om vijf uur. Terwijl de bibliotheek op jaarbasis een miljoen bezoekers trekt. Ook meubelzaak Hulshoff die op een cruciaal punt in het stadhuis zit sluit om halfzes de deuren. Wellicht is het een idee om de bibliotheek juist op de begane grond van het stadhuis te situeren, tussen Turfmarkt en atrium en pas om tien uur de deuren te sluiten.

Kollhoff merkt verder op dat het publieke domein gevierendeeld wordt door infrastructuur. Trams, treinen en autoverkeer. Het weghalen van overbodige infrastructuur zoals het prins Bernhardviaduct en Schenkviaduct zou veel ruimte scheppen voor nieuwe woningen en samenhang in het publieke domein. Wijsmuller oppert voorzichtig dat de sloop van het Prins Bernhardviaduct veel mogelijkheden schept. Terwijl Wijsmuller zich druk maakt over kwaliteit in het publieke domein, ziet Revis het als een probleem voor marktpartijen. Of ook de stad Den Haag een ruimtelijke visie heeft is de grote vraag voor iedereen.

Leave a Comment

*